-
1 hustle
n. gejacht, activiteit--------v. jachten, drijven; dringen; hoererenhustle1[ husl] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉1 gedrang ⇒ bedrijvigheid, drukte♦voorbeelden:1 hustle and bustle • drukte, bedrijvigheid————————hustle22 zich haasten ⇒ hard werken, druk in de weer zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 proppen ⇒ (op)jagen, duwen♦voorbeelden: -
2 bewerking
1 [handeling] treatment ⇒ cultivation 〈 bodem〉, working 〈 materiaal〉, tooling 〈 materiaal〉, process(ing) 〈 voedsel, goederen〉, manufacturing 〈 goederen〉, 〈 redactie〉 editing2 [resultaat] 〈 boek, tekst, film, toneel〉 adaptation, version; 〈 muziek〉 arrangement; 〈 voor orkest〉 orchestration; 〈 herziene uitgave〉 revision; 〈 redactie〉 edition3 [het beïnvloeden] manipulation ⇒ influencing, canvassing 〈 klanten, kiezers〉, lobbying 〈 kamerleden〉♦voorbeelden:in een bewerking voor koor en orkest • arranged for choir and orchestrabewerking voor toneel • dramatization, adaptation for the stage 〈 bijvoorbeeld roman〉
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский